Rechten patiënt
Het recht op gezondheidszorg is een sociaal grondrecht, vervat in artikel 23 van de Grondwet.
WET PATIËNTENRECHTEN: W. 22-08-2002:
PATIËNT:
De natuurlijke persoon aan wie gezondheidszorg wordt verstrekt, al dan niet op eigen verzoek (artikel 2)
GEZONDHEIDSZORG:
Diensten verstrekt door een beroepsbeoefenaar met het oog op het bevorderen, vaststellen, behouden, herstellen of verbeteren van de gezondheidstoestand van een patiënt, om het uiterlijk van een patiënt om voornamelijk esthetische redenen te veranderen, of om de patiënt bij het sterven te begeleiden.
RECHT OP EEN KWALITEITSVOLLE DIENSTVERSTREKKING (art. 5):
Dit betekent dat de beroepsbeoefenaar de kwaliteitsnormen, richtlijnen zoals die voortvloeien uit de huidige stand van de wetenschap naleeft. Deze kwaliteitsvolle dienstverlening dient verstrekt te worden met eerbiediging van de menselijke waardigheid en de zelfbeschikking van de patiënt. Dit betekent niet dat aan alle mogelijke individuele behoeften moet worden tegemoet gekomen.
RECHT OP VRIJE KEUZE BEROEPSBEOEFENAAR:
Volgens artikel 6 van de Patiëntenrechtenwet heeft de patiënt het recht op vrije keuze van de beroepsbeoefenaar en recht op wijziging van deze keuze tenzij beperkingen opgelegd door de wet (voorbeeld beperking: dringende geneeskundige hulpverlening bij plotse gebeurtenissen, ongevallen). De vrije keuze van beroepsbeoefenaar geldt zowel voor de algemene als voor de specialistische geneeskunde.
RECHT OP GEZONDHEIDSTOESTANDINFORMATIE:
GEINFORMEERDE TOESTEMMING – INFORMED CONSENT:
Recht op informatie en geïnformeerde toestemming zijn persoonlijkheidsrechten.
GEZONDHEIDSTOESTANDINFORMATIE:
De patiënt heeft recht op alle hem betreffende informatie die nodig is om inzicht te krijgen in zijn gezondheidstoestand en de vermoedelijke evolutie ervan. (artikel 7§ 1 Patiëntenrechtenwet). Die informatie heeft betrekking op de diagnose, de prognose en de gezondheidsvoorlichting. De patiënt heeft recht op de waarheid over zijn gezondheidstoestand.
Wat de arts weet, dient hij aan de patiënt mee te delen op een wijze die toereikend is om zijn gezondheidstoestand correct in te schatten. Ook een waarschijnlijkheidsdiagnose, wanneer er geen volledige zekerheid bestaat, dient te worden meegedeeld aan de patiënt.
Er zijn slechts twee uitzonderingen op de informatieplicht, namelijk:
- Het recht om niet geïnformeerd te worden op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt;
- De therapeutische exceptie, namelijk indien het meedelen van de informatie een klaarblijkelijk ernstig nadeel voor de gezondheid van de patiënt met zich zou brengen.
RECHT OP GEINFORMEERDE TOESTEMMING – INFORMED CONSENT:
De patiënt heeft het recht om geïnformeerd, voorafgaandelijk en vrij toe te stemmen in iedere tussenkomst van de beroepsbeoefenaar (art. 8 § 1 Wet Patiëntenrechten). De patiënt heeft het recht zijn toestemming te verlenen voor elke tussenkomst van de beroepsbeoefenaar. Dit geldt ook voor beslissingen tot weigering of voortzetting van tussenkomsten. De toestemming dient voorafgaandelijk aan de tussenkomst te worden gegeven.
De patiënt heeft ook een weigeringsrecht. Hij kan zijn toestemming voor een bepaalde tussenkomst weigeren of intrekken, zelfs al heeft ze betrekking op een levensnoodzakelijke behandeling.
Wie geeft de toestemming? Enkel de wilsbekwame patiënt kan toestemming verlenen, niet partners of familieleden. Geen toestemming is vereist bij dwangbehandelingen in het algemeen belang (zoals bloedproef bij alcoholintoxicatie, of bij noodtoestand, namelijk dreiging … onmiddellijke en ernstige schade voorbeeld: bewusteloze patiënt)
Wie informeert? De informatieverplichting rust volgens vast rechtspraak op de beroepsbeoefenaar die de behandeling of ingreep uitvoert. Ieder informeert over zijn vakgebied. Bij een ingreep in teamverband volstaat het dat de door de patiënt gekozen behandelende arts de informatie verstrekt.
Inhoud van de toestemmingsinformatie:
Alle gegevens moeten worden meegedeeld die nodig zijn om met kennis van zaken te kunnen toestemmen in een bepaalde behandeling, ingreep of onderzoek.
Artikel 8 § 2 van de Patiëntenrechtwet geeft een opsomming van minimaal te verstrekken gegevens, ondermeer:
- Het doel, de aard, het spoedeisend karakter, de duur, de frequentie van de tussenkomst, de nazorg;
- Relevante risico’s, nevenwerkingen, tegenaanwijzingen;
- Financiële gevolgen van de tussenkomst
- Mogelijke gevolgen bij weigering of intrekken toestemming
Beroepsaansprakelijkheidsverzekering:
De beroepsbeoefenaar is verplicht de patiënt te informeren of hij al dan niet beschikt over een verzekeringsdekking of een andere individuele of collectieve vorm van bescherming inzake zijn beroepsaansprakelijkheid (art 8/1 Wet Patiëntrechten)
SANCTIES BIJ TUSSENKOMST ZONDER GEINFORMEERDE TOESTEMMING:
- Strafrechtelijke vervolging van de arts:
Indien een beroepsbeoefenaar zonder voorafgaande informatieverstrekking en/of toestemming een behandeling uitvoert, begaat hij een misdrijf van opzettelijke slagen en verwondingen. Hiervoor dient wel het bewijs geleverd te worden dat de beroepsbeoefenaar wetens en willens wist dat de patiënt geen geldige informed consent voor de ingreep had gegeven. Dit bewijs is moeilijk te leveren, omdat in het strafrecht het vermoeden van onschuld van de beklaagde voorop staat.
- Burgerrechtelijke aansprakelijkheid:
De beroepsbeoefenaar die zonder voorafgaandelijke toestemming van de patiënt een tussenkomst uitvoert, begaat een burgerrechtelijke fout, hetzij een contractuele fout, wanneer er een behandelingsovereenkomst bestaat, hetzij een buitencontractuele fout.
De patiënt dient als eiser de fout, de schade en het oorzakelijk verband tussen fout en schade te bewijzen. Inzake “informed consent” is het echter moeilijk voor de patiënt om een negatief bewijs te leveren van de afwezigheid van voorafgaandelijke toestemming.
PATIËNTENDOSSIER:
Volgens de Wet Patiëntenrechten, artikel 9 § 1, heeft elke patiënt recht op een zorgvuldig bijgehouden en veilig bewaard patiëntendossier.
RECHTSTREEKS INZAGERECHT VAN DE PATIENT
De patiënt heeft een rechtstreeks inzagerecht in het hem betreffende patiëntendossier krachtens artikel 9 § 2 Wet Patiëntrechten. De patiënt is vrij om zijn patiëntendossier, hetzij alleen hetzij in aanwezigheid van de behandelende arts in te kijken. Het inzagerecht van de patiënt is een volledig inzagerecht van alle gegeven en documenten die deel uitmaken van het hem betreffend patiëntendossier. Het rechtstreeks inzagerecht strekt zich niet uit tot de persoonlijke notities van de arts.
Uitzonderingen op het rechtstreeks inzagerecht:
- Inzage via een vertegenwoordiger:
– ouders of voogd voor een minderjarige patiënt
– wilsongeschikte patiënt - Inzage via een vertrouwenspersoon:
– het verzoek tot inzage door een vrij gekozen vertrouwenspersoon dient schriftelijk te worden gemotiveerd door de patiënt. - Persoonlijke notities van de beroepsbeoefenaar, die afzonderlijk worden opgeborgen en die nodig zijn voor het persoonlijk gebruik van de zorgverlener.
- Gegevens van derden zijn uitgesloten van inzage en afschrift
- Therapeutische exceptie: een beroepsbeoefenaar mag informatie die de patiënt nodig heeft om inzicht te krijgen in zijn gezondheidstoestand uitzonderlijk aan de patiënt weigeren of onthouden op voorwaarde dat het meedelen ervan klaarblijkelijk ernstig nadeel voor de gezondheid van de patiënt zou meebrengen en op voorwaarde dat de beroepsbeoefenaar bovendien hierover een andere beroepsbeoefenaar heeft geraadpleegd. Hij dient de weigering schriftelijk te motiveren, toe te voegen aan het patiëntendossier. (art. 7 § 4 Patiëntenrechtenwet)
INZAGE PATIENTENDOSSIER NA OVERLIJDEN PATIENT
Vier voorwaarden moeten cumulatief vervuld zijn overeenkomstig artikel 9 § 4 Patiëntenrechtenwet:
- Verzoek door beperkt in de wet opgesomde nabestaanden:
Echtgenoot, wettelijk samenwonende partner, de partner en bloedverwanten tot in de tweede graad (ouders, kinderen, grootouders, kleinkinderen, broers en zussen van de patiënt);
- Inzagerecht via een beroepsbeoefenaar: het betreft dus een onrechtstreeks inzagerecht door een door de verzoeker aangewezen beroepsbeoefenaar;
- Een voldoende gemotiveerd en gespecificeerd verzoek:
Het inzagerecht is beperkt tot die gegevens die verband houden met de door de verzoeker opgegeven reden, die de omvang van de inzage bepaalt.
RECHT OP EEN AFSCHRIFT VAN HET PATIËNTENDOSSIER:
De patiënt heeft recht op een afschrift van het geheel of een gedeelte van het hem betreffende patiëntendossier ( art. 9 § 3 Wet Patiëntenrechten). Een afschrift kan via een kopie, een diskette, een Cd-Rom, een USB-stick, een e-mailbericht of een met de hand geschreven afschrift. Binnen de 15 dagen moet gevolg worden gegeven aan het verzoek van de patiënt.